Gipsplaten plaatsen

Gipsplaten hebben een kern van gips, die aan de voor- en achterzijde wordt verstevigd met een kartonnen laag. Met een hobbymes kun je de gipsplaten eenvoudig op maat snijden. Snij aan de zichtzijde, langs een rechte lat, het karton diep in. Daarna de gipsplaat breken met een korte slag en vervolgens de kartonnen laag aan de rugzijde doorsnijden.

Gipsplaten die je niet in volledige lengte gaat gebruiken (of moeten worden voorzien van uitsparingen voor deuren en kozijnen) kan je met een gewone hout- of decoupeerzaag op maat maken. Kleine uitsparingen voor elektriciteitsdozen of leidingen zaag je uit met een grote gatenzaag, steekzaagje of decoupeerzaag. De decoupeerzaag is ook handig bij het uitzagen van bijzondere vormen en rondingen.

Gesneden of gezaagde plaatdelen kun je afwerken met een rasp of schuurblokje met grof schuurpapier. Om na de montage de voegen netjes af te werken is het aan te raden om alle zaagsneden onder een hoek en glad af te werken.

Spijkeren doe je met een bolkophamer. Met deze ronde kop kan je de spijkerkop verzinken in de gipsplaat. Neem spijkers van ongeveer 30 mm lang voor het bevestigen van de gipsplaten. De maximale spijkerafstand is 20 cm. Aan de plaatkanten houd je een minimum afstand van 1 cm aan. Het bevestigen kan ook met een tacker voorzien van spijkers.

Schroeven doe je met gipsplaatschroeven met een lengte tussen de 25 en 35 mm. Dit zijn zwarte, roestvrije schroeven met een scherpe, harde punt. Het is gemakkelijk om een elektrische schroevendraaier te gebruiken. Het is wel aan te raden om een speciaal bitje voor gipsplaten te gebruiken, of een schroefmachine met variabel koppel. Dit om de schroeven niet volledig door de gipsplaat heen te boren. De schroeven kun je zonder voor te boren gebruiken. De maximale schroefafstand is 25 cm.

De oppervlakten en de naden van de gipsplaten moeten schoon en stofvrij zijn. Let op: begin pas met voegen als de gipsplaten op kamertemperatuur en droog zijn. De voegen kun je met een plamuurmes vullen met voegpasta. Na een droogtijd van 24 uur kun je eventueel nog een tweede laag aanbrengen. Daarna kun je de voegen gladschuren.

Om gipsplaten in de hoeken te voegen, breng je eerst voegpasta aan op beide hoekvlakken. Daarna vouw je het voegband voor en plaats je het in de hoek. Druk deze goed aan in de voegpasta en bedek het met een bovenlaag. Neem de overtollige voegpasta weg met een plamuurmes en strijk het glad. Je kunt hiervoor ook zelfklevend glasvezel voegband gebruiken.

Uitspringende hoeken kun je versterken met een hoekbeschermer. Maak de hoekbeschermer op lengte en vouw hem onder de gewenste hoek. Breng op beide hoekvlakken voegpasta aan en druk de hoekbeschermer in de voegpasta. Werk de hoek netjes glad af met een plamuurmes en voegpasta. Schuren is slechts nodig om plaatselijke oneffenheden in het voegwerk weg te werken. Je kunt ook een aluminium hoekstrip plaatsen, voor extra bescherming.

Vocht is funest voor gipsplaten. Om opstijgend vocht geen kans te geven, kan je de gipsplaten 1 cm van de vloer op enkele kleine stukjes gipsplaat zetten. Nadat de gipsplaten zijn vastgezet, haal je de losse stukjes weer weg.